Hoe slijp je schaatsen?
Zodra de temperatuur voor het eerst in ‘t jaar tot onder het nulpunt daalt, staat Nederland op zijn kop. Vaak duurt het niet lang totdat het woord “Elfstedentocht” valt. De strijd tussen ijsbanen barst los: wie heeft als eerst natuurijs? Zelfbenoemde ijsmeesters vallen op tv over elkaar heen. Koek-en-zopie worden aangerukt en Heerenveen lijkt voor even onze hoofdstad. Ja, we kunnen gerust stellen dat Nederland een schaatsgek land is.
In de winter vergapen we ons maar wat graag aan Sven, Suzanne, Ireen, Jorien, Jorrit en al die andere topschaats(t)ers die ons land rijk is. Maar als het even kan, binden we ook zelf de ijzers onder. Op de noren, met de hand op de rug zoevend over het ijs of onhandig klungelend op ijshockeyschaatsen: vrijwel iedereen waagt een poging. Maar of je nu kiest voor peperdure klapschaatsen van de bekende merken, of een voordeliger instapmodel (want immers: hoe lang ligt er nu eenmaal ijs?), één ding geldt voor eenieder: na meerdere middagen of avonden op de ijsbaan zul je merken dat je schaatsen minder makkelijk over het ijs glijden. De ijzers zijn bot geworden.
Hier komt Knivesandtools om de hoek kijken (of de bocht door). Want hoewel we absoluut schaatsliefhebbers zijn, gaan we je echt niet vertellen hoe je moet afzetten en of je pootje-over-techniek wel in orde is. Wél kunnen we je helpen bij het slijpen van je schaats, zodat je je prestaties in ieder geval niet aan je materiaal kunt wijten.
Wanneer moet je je schaatsen slijpen?
Vanzelfsprekend slijp je je schaatsen wanneer deze bot zijn. Er is echter niet aan te geven op welke termijn dit zal gebeuren. Dit hangt ten eerste - het zal je niet verbazen - af van hoe frequent je ze gebruikt. Maar welke schaatsen je gebruikt, speelt ook een zeer grote rol. Factoren die medebepalend zijn voor voor hoe snel je schaatsen bot worden, zijn de gebruikte staalsoort in de ijzers, de staalhardheid en de gehanteerde slijphoek (hoe dunner geslepen, hoe sneller staal slijt). Hierover vertellen we je in het vervolg van dit artikel meer.
Schaatsen slijpen met wetstenen
Vrijwel iedere schaats(t)er slijpt zijn of haar schaatsen met behulp van wetstenen. Welke stenen je het best kunt gebruiken, hangt af van het materiaal van je schaats. Zo zijn er roestvaststalen schaatsen te verkrijgen met een staalhardheid van 57 HRC, terwijl er ook (professionele) ijzers op de markt zijn van poedermetallurgisch staal. Dit is extreem hard staal, met een hardheid van omstreeks 66 HRC, maar daardoor ook erg bros. Daartussenin zit nog koolstofstaal (niet-roestvast), met pakweg 60 HRC en High Speed Steel (HSS, 62 HRC).
Heb je schaatsen met ijzers van zeer hard staal, dan doe je er verstandig aan een gediamanteerde slijpsteen te gebruiken. Professionele schaatsers maken bijvoorbeeld vaak gebruik van DMT-slijpstenen. Ook keramische slijpstenen zijn geschikt voor het slijpen van harde staalsoorten (maar zijn wel iets minder sterk dan diamant). Heb je roestvaststalen schaatsen van minder hard staal, dan kun je ook gebruikmaken van slijpstenen van aluminiumoxide en carbide.
Gebruik een slijptafel
We zouden graag zeggen dat het makkelijker (en goedkoper) kan, door je schaatsen bijvoorbeeld in een bankschroef te klemmen, maar we kunnen er helaas niet omheen: wil je je schaatsen goed en nauwkeurig slijpen, dan heb je een slijptafel nodig. Hierin hang je je schaatsen ondersteboven naast elkaar, zodat de onderkant van de ijzers naar boven staan. Bij het kiezen van een geschikte slijptafel speelt de breedte van je schaatsschoen een belangrijke rol. De schaatsen mogen elkaar namelijk niet raken als ze naast elkaar in de slijptafel hangen. Kies dus een tafel die breed genoeg is om beide schaatsen naast elkaar te kunnen plaatsen, zonder dat ze contact met elkaar maken.
Een slijptafel bevat zogenaamde ‘aanzetten’ of ‘aanslagblokjes’: plaatjes waar je het ijzer van de schaats tegenaan zet, om de schaats vervolgens vast te schroeven. Doordat deze aanzetten aan beide zijden even hoog zijn, hangen beide schaatsen op exact dezelfde hoogte. Zo kun je ze gelijktijdig en vooral ook gelijkmatig slijpen. Dit is waarom een dubbele bankschroef niet werkt, nog los van het feit dat je daarin de schoen van de schaats normaliter niet kwijt kunt.
Wanneer je schaatsen netjes naast elkaar in het blok hangen, is het tijd om te gaan slijpen. Afhankelijk van hoe bot je schaatsen zijn, kies je voor een grove (korrel 100 tot 400) of een middelfijne slijpsteen (korrel 600 tot 1000). Als je je schaatsen regelmatig slijpt zul je eerstgenoemde normaliter niet vaak nodig hebben.
Je slijpt beide schaatsen gelijktijdig, dus leg je de slijpsteen in de breedte op beide ijzers. Zorg ervoor dat je ook de uiteinden van de ijzers meeslijpt. Deze sla je namelijk onbewust gauw over. Dat is zonde, omdat scherpe punten van belang zijn bij het sturen.
Diagonaal slijpen
Vervolgens is het van belang een diagonale beweging te maken. Je beweegt hierbij de slijpsteen in de lengte over de ijzers van de schaats. Zou je in een rechte lijn van voor naar achter slijpen, dan benut je niet de gehele slijpsteen en zal deze onregelmatig gaan slijten. Wanneer je gebruikmaakt van een diamantslijpsteen, is dit overigens geen probleem. Ter afronding van een slijpbeurt maak je bovendien wél een paar rechte slijpbewegingen, om de ontstane slijpgroeven recht op het oppervlak te krijgen.
Herhaal de diagonale slijpbeweging totdat je een braampje voelt ontstaan. Door met je nagel langs het ijzer te gaan kun je voelen of over de gehele lengte van het lemmet een braam is ontstaan. Deze verwijder je met een klein afbraamsteentje (bijvoorbeeld met de Skerper Arkansas Pocket Stone), dat je rechtop tegen de zijkant van het ijzer zet en vervolgens van voor naar achter beweegt. Ontdek je nog botte plekken, dan herhaal je het slijpen met de slijpsteen nogmaals en controleer je erna of er nu wel een volledige braam te voelen is. Zo ja: verwijder de braam met het braamsteentje en ga verder met een fijnere korrel slijpsteen. Met deze steen herhaal je hetzelfde proces, totdat het hele ijzer weer scherp is.
De ijzers polijsten
Afhankelijk van hoe scherp je je schaats wilt slijpen, kun je tot in het oneindige op steeds fijnere slijpstenen doorslijpen. De vraag is of je dan nog echt verschil merkt. Een schaats is immers geen mes dat je door het ijs wilt laten snijden. Naar ons inzicht is het dan ook voldoende om twee à drie verschillende slijpstenen te gebruiken. Wel is het van belang om tijdens het slijpen regelmatig de braampjes te verwijderen.
Tot slot kun je er nog wel voor kiezen om het ijzer te polijsten met diamantpasta. Hiermee minimaliseer je de weerstand die je ondervindt van het ijs. Voornamelijk bij schaatsen op kunstijs zul je dit verschil duidelijk merken. Je kunt hiervoor een lederen strop gebruiken, maar doordat je deze haaks over de schaatsen beweegt (en niet vanuit een schuine hoek, zoals bij het slijpen van messen) zul je zien dat je de strop vrij snel beschadigt. In plaats van leder kun je ook een metalen plaat of eentje van nikkel insmeren met diamantpasta. Zorg er dan wel voor dat je beslist geen druk uitoefent op de plaat, maar laat de pasta het werk doen.
Wil je wel graag leder gebruiken, dan adviseren we in elk geval een stropping paddle te gebruiken en geen riem. Dit omdat je de strop over de schaats haalt en niet andersom, zoals bij messen. Stevigheid is dus geboden en stropping paddles bieden die in meerdere mate dan flexibele riemen.
En verder…
Zoals ongetwijfeld bekend is, heeft een schaats geen volledig rechtlopend ijzer. Er zit een ronding in die je helpt bij het doorkomen van bochten. Deze ronding is min of meer het stuur van je schaats. Voor het bijslijpen van deze ronding heb je specifieke apparatuur nodig. Dit zijn kostbare machines, waarover de doorsnee schaatsvereniging beschikt. Aanbevolen wordt om deze ronding één à twee keer per seizoen - afhankelijk van hoe vaak je schaatst - te laten herstellen. Degene die dit voor je doet kan je dan waarschijnlijk meteen vertellen of je manier van slijpen in orde is. Als de ronding namelijk erg snel blijkt te verdwijnen en je deze bijvoorbeeld vijf keer per seizoen dient te laten bijslijpen, betekent dit hoogstwaarschijnlijk dat je tijdens het slijpen teveel druk uitoefent en dus teveel materiaal wegneemt.
Dan tot slot nog enkele wellicht voor de hand liggende tips, die we je toch niet willen onthouden. Ten eerste: loop niet met je schaatsen over andere ondergronden dan ijs, bij voorkeur ook niet wanneer er beschermingshoezen omheen zitten. En ten tweede: houd je schaatsen droog. Niet tijdens het schaatsen natuurlijk, maar wel meteen erna. Droog ze gelijk af met een droge doek en stop ze zeker niet nat in een tas. Eenmaal thuis kun je ze het best ook niet in een tas, zak of beschermhoes opbergen, maar gewoon los. Eventueel kun je zogenaamde ‘soakers’ gebruiken om te voorkomen dat beide schaatsen tegen elkaar aan komen en elkaar beschadigen. En tot slot de zolen: deze kun je het best uitnemen en los laten drogen. Gewoon in de kamer, niet op een warmtebron, want dan zouden ze kunnen krimpen en vervormen.
Wil je meer weten over het slijpen van messen, scharen, beitels, bijlen en meer? Lees dan ook de artikelen hieronder!
De foto's in dit artikel zijn mede mogelijk gemaakt door en geschoten in schaatsspeciaalzaak Van Benthem Sport te Apeldoorn.