Gerber Principle vs ESEE Izula II | Versus door Padraig Croke
De Gerber Principle is inmiddels een paar jaar oud, maar ik heb nog niet veel mensen hem zien gebruiken. Het leek mij een goede optie voor een extra mes naast mijn grote vaststaande mes. Dus dachten we, waarom zetten we hem niet tegenover het mes dat waarschijnlijk wel zijn meest directe concurrent is… de beproefde en geteste ESEE Izula II, naar mijn mening, een van de beste nekmessen die op dit moment op de markt zijn. Beide messen zijn gemaakt in de VS, passen in dezelfde prijscategorie, en zijn in feite even groot. Als je een nekmes zoekt als aanvulling op je grotere kampeermes, welke kies je dan? Laten we uitgebreider kijken naar deze twee tools en hoe ze zich verhouden tot elkaar. Houd in gedachten dat deze vergelijking subjectief is, en erover te discussiëren valt. Laat het weten als je het niet met me eens bent!
Nekmessen
Nekmessen? Voor dit artikel, laten we zeggen dat dit messen zijn die bedoeld zijn om mee te werken als aanvulling op een groter kampeermes. Ze worden meestal rond de nek gedragen bij het kamp, of misschien aan de zijkant van je rugzak als je onderweg bent. De eisen die aan deze tools gesteld worden zouden in theorie niet zo extreem moeten zijn, zoals verwachten dat zo’n mes net zo goed als het grotere kampeermes kan batonneren, draaien of torderen. Dat wil niet zeggen dat deze messen dat niet kunnen. En inderdaad, ik heb deze messen een aantal zware taken laten doorstaan, met goede resultaten. Je leest mijn gedetailleerde artikel over mijn ervaringen met de ESEE Izula hier. Dus wat zijn de vergelijkingscriteria bij deze soorten gereedschap? Ik denk dat het oneerlijk is om ze ‘1-tool-optie’-type taken te laten doen, zoals batonneren, hakken, stresstests, omdat ze daar simpelweg niet voor gemaakt zijn. Wat ze horen te zijn, naar mijn mening, is compact en discreet, lichtgewicht maar sterk, comfortabel genoeg om veel te willen gebruiken, en gemakkelijk genoeg om er snel naar te willen grijpen in plaats van je hoofdmes voor simpele kamptaken zoals snelle voedselbereiding, koord doorsnijden, verpakkingen openmaken, of het maken van kleine kampgereedschappen.
Staalkeuzes
De staalkeuzes hier zijn 1095 voor de Izula en 420HC voor de Principle. In mijn ervaring is 1095, een koolstofstaal, extreem gevoelig voor corrosie en roestplekjes. ESEE heeft maatregelen genomen om dit te verminderen door hun messen te poedercoaten, en de Izula is geen uitzondering. Ik heb geen grote problemen met poedercoatings, maar voor een bushcraftmes vermindert dit wel de bruikbaarheid, zoals de mogelijkheid om langs een firesteel te strijken. Een nekmes gebruiken met een firesteel doe je veel, en dat is voor mij een bijna essentiële vereiste bij zo’n tool. Dat gezegd hebbende, houd ik nog steeds van 1095. Het is eenvoudig, het is makkelijk te onderhouden en te slijpen (ondanks de bovengenoemde roest) en het blijft goed scherp. Voor een beginnen is 1095 een goede keuze.
Over naar de Principle, de staalkeuze hier is 420HC, een low-end staalsoort waar ik voor dit mes nog geen ervaring mee had. Omdat het roestvrij is, zal het er zeker beter uit zien na een weekend van hard gebruik dan de Izula (als je de poedercoating hebt verwijderd, wat ik heb gedaan). Maar afgezien van het uiterlijk, zal de snijrand zich houden tegenover 1095? Nou, mijn ervaring is dat het antwoord nee is. Met beide messen net gestropt, vond ik dat de Izula iets langer scherp bleef dan de Principle. Ik heb geprobeerd de taken simpel te houden, maar wel met het soort werk dat ik normaal gesproken van een nekmes zou verwachten. Zoals ik hierboven al noemde, hield dit houtsnijden in (het maken van feathersticks), berkenbast schrapen, en het opensnijden van verpakkingen. Voor dit laatste heb ik gewoon wat karton gepakt, een beetje gesneden, en ben toen weer verder gegaan met het proberen te snijden van een featherstick. Hoewel de verschillen niet enorm waren, waren ze wel merkbaar.
Voor mijn geld wint de 1095 deze ronde.
Materiaalkeuzes
Naast het staal spelt de materiaalkeuze een grote rol in de kwaliteit van een mes. Dit geldt niet alleen voor het materiaal van de greep, maar ook voor het foedraal en de keuze van de hardware, zoals de bouten en moeren die het mes bij elkaar houden. Bij beide messen zijn de materialen niet van overdreven hoge kwaliteit, dus spelen dingen als pasvorm en afwerking, duurzaamheid en robuustheid na verloop van tijd een rol bij deze subjectieve mening. Zoals ik al zei, ehb ik de Izula al jaren, zonder problemen wat betreft de slijtage van het mes. Maar laten we ingaan op de details.
Beginnend met de greepkeuze, op de de Izula zien we canvas micarta greepschalen die op hun plaats worden gehouden met inbusbouten. Hierdoor zijn ze makkelijk te verwijderen en te vervangen door andere materialen of kleuren als je dat wil. De Principle wordt geleverd met een rubber overmold greep dat zeer comfortabel is en is voorzien van 3 "sjorgaten" in het handvat. (Ik zou mijn mes nooit aan een stok vastbinden, zeker niet als het mijn enige snijgereedschap was. Maar dat is niet het punt). Qua puur nut en kwaliteit van het materiaal heeft, voor mijn geld, de micarta net dat beetje meer grip, vooral als het nat is, hoewel ik moet zeggen dat na verloop van tijd micarta een beetje verstopt kan raken, waardoor de grip minder wordt. Dat is niet zo erg als je het mes gewoon schoonmaakt, maar het rubber heeft hier geen last van. Maar hier komt de kneep… blijkbaar kan het rubberen greepmateriaal bij de Principle uit elkaar vallen en breken! Ik heb hierover online meer dan één comment gelezen. En inderdaad, die van mij vertoont ook tekenen van slijtage.
Na de greep is de schede een andere factor, zowel qua materiaalkeuze als qua pasvorm/afwerking. Zowel de Izula als de Principle hebben een plastic schede, maar daar houden de overeenkomsten wel zo'n beetje op. Ik hou echt van de schede die bij de Izula wordt geleverd. Hij is superstevig, strak, compact en eenvoudig, en laat meerdere bevestigingsmogelijkheden toe. Met een eenvoudige clip aan de achterkant kun je hem aan je riem dragen, en hij heeft gaten die handig zijn voor paracord. Ik heb het bovenste gat lange tijd met een leren koord als halsdrager gebruikt. Zo vond ik het wel een beetje lastig om met één hand uit de schede te halen. Als je zin hebt om te upgraden naar een aftermarket product, raad ik je zeker aan om de Armatus schede voor dit mes te bekijken, omdat deze nog veelzijdiger en steviger is dan de standaard schede. De schede van de Gerber Principle is een interessante combinatie van dingen. Een deel ervan bevalt me... een ander deel juist niet. Qua veelzijdigheid is hij erg goed. Qua veelzijdigheid is hij erg goed. De verschillende bevestigingen die bij de schede worden geleverd maken het heel makkelijk om in allerlei stijlen te dragen. Scoutstijl, aan MOLLE-webbing, standaard aan je riem, is allemaal mogelijk met dit systeem, en het is makkelijk genoeg om onderweg te veranderen. Ik moet wel zeggen dat het mes een beetje rammelt in de schede en ik weet niet helemaal zeker hoe veilig mijn mes hier is. Ze hebben geprobeerd dit op te lossen met een klittenbandje rond de greep, wat een aardige oplossing is. Het doet zijn werk, maar ik heb het gevoel dat het een nagedachte was, in plaats van een oorspronkelijk ontwerpidee. En als je het klittenband verliest, is het mes zeker niet meer helemaal veilig.
Voor mij wint de ESEE Izula het qua materiaalkeuzes, pasvorm en afwerking.
Ergonomie
Het comfort van beide tools in de hand valt absoluut niet te ontkennen. Zoals gezegd heb ik de Izula vele jaren gebruikt zonder problemen met zere plekken of blaren. Het handvat is lang genoeg om in een volledige greep te houden en de afgeronde pommel zit comfortabel tegen mijn borst wanneer ik hem gebruik voor een hefboom. Het meest comfortabele aan de Izula is voor mij de oversized vingerkoot in het mes, waardoor ik dicht bij het snijvlak kan komen. Dit geeft me veel zekerheid en controle, en de uitsparingen op de rug maakt dit nog makkelijker. De Izula kan meer dan je zou denken, en ik denk dat dat voor een groot deel te maken heeft met de heel doordachte ergonomie. De greepschalen zijn stevig genoeg, hoewel een paar millimeter meer rondom welkom zou zijn. Ook kunnen ze soms een beetje vierkant aanvoelen. Wat betreft de geometrie van de snede, zal ik altijd de voorkeur geven aan een scandisnede. De sabre grind van de Izula is perfect in orde, zoals bij ieder ESEE-mes, en mijn slijpstijl heeft de snede van de Izula over tijd steeds beter gemaakt, aangezien hij aangepast is naar mijn voorkeur. Ik zou mijn Izula nog beter vinden als hij een scandi had.
Dan nu de Gerber Principle, en ja... dit mes ligt absoluut heerlijk in de hand. Ongeacht de greep of hoe je je hand houdt, de Principle doet het allemaal. Gerber heeft hier duidelijk zijn huiswerk gedaan en dat is te zien. De drop point is lichtvoetig en nauwkeurig. De rug is scherp en goed te gebruiken met een firesteel. Ik geniet ook erg van de scandisnede die ze op dit mes hebben gezet. Deze is perfect geschikt voor bushcrafttaken. Zoals ik al zei werkt elke greep geweldig en het overmolded plastic is stevig en gripvast. De schede, hoewel een beetje rammelig, zorgt ervoor dat je dit mes in zoveel verschillende posities kunt dragen, dat het altijd gemakkelijk is om een stijl te vinden die bij je past, wat het trekken met één hand erg makkelijk maakt.
Voor het algemene gevoel en comfort ga ik bij deze voor de Principle. Gerber heeft de ergonomie goed voor elkaar.
Conclusie
Als iets goed ontworpen is, zoals een app, een website, een tool... wat dan ook... zijn de keuzes die de ontwerpers hebben gemaakt onzichtbaar. Je denkt: "natuurlijk is het zo, waarom zou het anders zijn?". Pas als iets niet werkt, merker we slechte ontwerpkeuzes op, en komen onze frustraties naar buiten. Er zijn er genoeg die absoluut zweren bij Gerber messen, maar om de een of andere reden blijven ze voor mij tekort schieten op gebieden die ik belangrijk vind. In plaats van focussen op toeters en bellen, zou ik willen dat ze hun producten simpeler maken en zich concentreren op het bouwen van no-nonsense gereedschap. Zowel de Principle als de nieuwe bijl die ze onlangs hebben uitgebracht, lijden aan dit toeters en bellen-syndroom, terwijl ze een aantal fundamentele ontwerpzaken over het hoofd zien. Misschien zijn het marketingkeuzes, ik weet het niet zeker. Maar wat ESEE ons laat zien is dat, met een solide keuze in goede kwaliteit materialen, aandacht voor de eindgebruiker en hoe het gereedschap wordt gebruikt, en een no-nonsense vertrouwen in hun product, een betrouwbaar en populair mes haalbaar is. Het lijkt een voor de hand liggende oplossing, maar dat is het blijkbaar niet. Met het comfort van de Principle, samen met de doordachte eigenschappen zoals de 90-graden rug en scandi edge, dacht ik echt dat de Izula misschien onttroond kon worden in de categorie nekmessen. Maar niet deze keer, lijkt het. Er zijn te veel kleine ergernissen met de Gerber die gewoon niet aanwezig zijn bij de ESEE. Een wiebelige, lawaaierige schede, pietluttige onderdelen zoals klittenband en plastic inzetstukken en de mogelijkheid dat het materiaal van het handvat uit elkaar valt zonder dat je het kunt vervangen, voor mij is de ESEE Izula II nog steeds de winnaar.
ESEE Izula II
Voordelen
- Hoogwaardige materiaalkeuzes voor het lemmet, de schede en de greepschalen
- Levenslange garantie van ESEE, zonder voorwaarden
- Veelzijdige draagopties
- Ergonomisch verantwoord en zeer comfortabel in gebruik
- Grote keus in aftermarket upgrades
- Vervangbare greepschalen
Nadelen
- Poedercoating kan meer irritant dan nuttig zijn
- Out of the box niet erg geschikt voor bushcraft door sabre grind en ontbreken van rug
- Duurder dan de Principle
Gerber Principle
Voordelen
- Erg comfortabel in de hand en in gebruik
- Scherpe 90-graden rug maakt firesteelgebruik en schraaptaken mogelijk
- Veelzijdige draagopties met de verschillende onderdelen
- Scandisnede is geschikter voor bushcraftachtige taken.
- Makkelijk te slijpen
Nadelen
- Mes rammelt in de schede
- Lastige onderdelen
- Overmolded schede is niet erg stevig. Er gaan verhalen dat deze uit elkaar kan vallen.
- Geen aftermarket upgrades
- Greepschalen niet vervangbaar of verwijderbaar.
Padraig Croke
Padraig Croke is de host van de Trial by Fire-podcast, die van 2018 tot 2023 liep. Overdag is hij grafisch ontwerper en fotograaf en een fanatiek outdoor-mens en bushcraft-liefhebber. Wanneer hij niet voor ons schrijft, is hij meestal in de natuur om te filmen of te fotograferen.
Lees meer over wat Padraig zoal doet op zijn website: www.padraig.me, en je kan hem ook volgen op instagram: @padraigcroke!
Bedankt Padraig, voor deze toffe review!