Constructies van vaststaande messen: full tang, stick tang, half tang etc
Vaststaande messen zijn er in vele soorten en maten. Voor iedere toepassing een eigen mes, zo ongeveer. Maar buiten lemmetvormen en staalsoorten om zijn er nog een paar verschillen tussen die messen. Zo zijn er veel verschillen in de constructie van vaststaande messen te ontdekken. Hoe zit het met al die tangen bijvoorbeeld? Daarom hebben wij enkele vaak voorkomende constructiesoorten op een rijtje gezet.
Wat is de tang van een mes?
Dit hele artikel draait om de tang, dus is het belangrijk even uit te leggen wat dat precies is. De tang van een mes is het stalen deel dat uit het lemmet steekt en wordt gebruikt om de handgreep te bevestigen. Die tang kan verschillende vormen hebben en dat is precies waarover we het gaan hebben.
Stick tang
Van oudsher een klassieke manier om een lemmet aan een handgreep vast te maken. Oorspronkelijk uit de tijd dat alle messen nog gesmeed werden, omdat het houvast voor de smeedtang uitgesmeed werd tot lange pin die in de greep verdween. Een stick tang wordt ook wel een rat tang genoemd, omdat hij ook wel iets weg kan hebben van een rattenstaart die uit het mes komt.
De stick tang komt op verschillende manieren terug tegenwoordig. Zo zijn er constructies waarbij de stick tang verlijmd is in de handgreep, of hij is zo lang dat hij er aan het uiteinde van de greep weer uit komt. Hier wordt hij dan ‘uitgeslagen’ zodat hij de greep op zijn plek houdt. Of er wordt schroefdraad in getapt waarna hij wordt vastgeschroefd met een moer. Een van de voordelen van een stick tang is dat hij vaak lichter van gewicht is dan een vergelijkbaar mes met een andere constructie.
Tegenwoordig zie je stick tangs vooral in messen met een klassiek karakter, of messen die ontworpen zijn voor lichtere taken. Puur voor het ontweien van wild kan een jachtmes daarom prima een stick tang hebben. Ga je met zwaardere houtbewerking aan de slag? Dan volstaat een stick tang vaak niet echt. Je kunt dan beter voor een zwaarder uitgevoerde constructie gaan.
Full tang
Van alle gangbare manieren om vaststaande messen te maken is de full tang-optie de sterkste. Het betekent dat de tang de hele vorm van de handgreep volgt. Hierdoor wordt ook de volledige lemmetdikte overgenomen naar de tang. De greep is zo minstens zo sterk als het lemmet. Vaak nog sterker omdat het lemmet ook nog dunner uitgeslepen is.
Wanneer je een vaststaand mes zeer intensief gaat gebruiken, of je neemt hem mee naar een plek waar je absoluut niet zonder mag komen zitten, dan moet je een full tang mes meenemen. Je moet er niet aan denken dat je in een survivalsituatie zonder mes komt te zitten omdat je voor een minder sterke constructie bent gegaan.
De full tang lijkt dus ideaal voor alle omstandigheden. Als we dan toch moeten muggenziften zijn er toch twee nadelen te bedenken. Zo is een full tang relatief zwaar. Er zit meer staal in om hem zijn stevigheid te geven, dat voel je dan ook terug. Het andere nadeel ondervind je in zeer koude omstandigheden. Je merkt dan dat de blootgestelde stalen tang enorm koud is aan je hand. Op het pijnlijke af. Dat is waarom juist veel Scandinavische messen voor een andersoortige constructie gaan. Daar weten ze hoe het is om vastgevroren te raken aan de stalen tang van je mes. Niet cool.
Half tang
Zoals de naam al een beetje doet vermoeden is dit een soort tussenoplossing tussen de full tang en de stick tang. Je komt hem niet heel vaak tegen, maar de Helle Temagami is een goed voorbeeld. De constructie lijkt op die van een full tang mes. Alleen loopt de tang vanaf de bovenkant bekeken slechts tot iets onder het midden van de handgreep. Een stuk sterker dan een stick tang, maar nog niet zo sterk als een full tang-constructie.
Integraalconstructie
Vaste messen met een integraalconstructie zijn relatief zeldzaam, maar onder liefhebbers zeer geliefd. In de basis is een integraalconstructie voor productiemessen vrijwel altijd gelijk aan een full tang. Er zijn uiteraard uitzonderingen, maar die kom je in ons assortiment niet tegen. De lemmetdikte loopt dus door de hele greep heen. Maar met de overgang van lemmet naar greep is meer aan de hand. Daar vind je namelijk een bolster. Ook wel krop of guard genoemd. Bijzonder aan een integraalconstructie is dat die bolster integraal deel van het lemmet uitmaakt.
Voor de balans van het mes is dit erg goed. Er wordt immers net voor je wijsvinger een blokje gewicht aangebracht waardoor het zwaartepunt daar komt te liggen. Ook ziet het er schitterend uit door de naadloze overgang van bolster naar de tang.
Natuurlijk kleven er ook aan deze soort nadelen. Door die extra bolster is een integraal vaak behoorlijk zwaar. Ook is een integraalconstructie duur om te produceren. Er moet immers veel materiaal op een relatief dunne lat materiaal komen. Dat kan door het lemmet te smeden, of door een heel dik stuk staal te pakken en daar alles uit weg te frezen. Beiden geen goedkoper methodes voor een productiemes dat iedere keer gelijk moet zijn. Daarom zie je deze constructie vaker bij custom makers die met de hand ieder mes vormen en afwerken.
Full tang in de mix
Een van de best verkochte messenmerken als het gaat om vaste messen is Fällkniven. Zij gaan bij veel van een vaststaande messen uit van een constructie die erg op een full tang lijkt, maar toch net wat nuanceverschillen kent.
Fällkniven kiest er namelijk voor het lemmet als een full tang te laten doorlopen. Een sterke constructie dus. Vervolgens wordt er een rubberachtige handgreep omheen geplaatst. Deze greep dekt de tang van het lemmet rondom af waardoor je geen contact meer maakt met de tang. Net als bij de stick tang handig voor zeer koude omstandigheden. Het eveneens Zweedse merk Mora gebruikt deze constructie in bijvoorbeeld de Mora Garberg.
Conclusie
Zoveel mensen, zoveel wensen. Dat is wel duidelijk. Instinctief ga je altijd voor het meest sterke mes. Tegelijk kun je je sterk afvragen of dat echt nodig is. Voor veel taken kun je prima af met een mes dat lichter van gewicht is, of beter geschikt voor zeer koude omstandigheden.